Deir Mar Musa al-Habashi, letterlijk het klooster van Sint-Mozes-de-Abessijn, is een kloostergemeenschap van de Syrisch-katholieke kerk in de buurt van de stad Nabek, op ongeveer 80 km ten noorden van Damascus. Gesticht in 1992 door de Italiaanse jezuïet Paolo Dall’Oglio wijdt de gemengde gemeenschap zich toe aan de dialoog en het harmonieus samenleven met moslims in Syrië, Irak en Italië.
Alhoewel de oorlogswaanzin de gemeenschap tot diep in het hart raakte, doorstond het moederklooster Deir Mar Moussa de turbulente tijd. Pater Paolo Dall’Oglio wordt sinds juli 2013 vermist, waarschijnlijk door islamistische extremisten ontvoerd. Amper twee jaar later werd pater Jacques Mourad, medestichter, zoals de helft van zijn parochianen door Daesh ontvoerd. Zij zaten vier maand lang gevangen.
Het tweede eeuwenoude klooster van de gemeenschap in Syrië werd ernstig beschadigd. De crypte van de heilige Juliaan werd met dynamiet opgeblazen. De christenen, net zoals de moslims, vluchtten weg uit de stad.
En toch, wanneer pater Jacques vrijkomt, is hij nog meer overtuigd van het belang van dialoog, zelfs met Daesh. Ook zijn medebroeders en zusters blijven getuigen van een onverwoestbare hoop om hun werk in de geest van pater Paolo Dall’Oglio verder te zetten. Het oorlogsgeweld heeft hen getroffen, maar hun bezieling bleef intact.
Sinds 2022 opent Mar Moussa haar deuren weer voor bezoekers. Na een periode van stilte en verlatenheid, hoopt het klooster een nieuwe adem te vinden. Het klooster wil weer een plek worden van spirituele verdieping en uitwisseling.
Mar Moussa heeft enkele projecten opgezet voor het klooster en de Syrische families in Nabek en elders: agrarische projecten, installatie van waterpompen, zonnepanelen, steun aan de kleuterschool in Nabek, een muziekschool, steun van studenten en arme families, medische hulp,…
In 1998 heeft Werk voor het Oosten vriendschapsbanden gesmeed met het klooster van Mar Moussa. Sindsdien hebben wij herhaaldelijk financieel bijgedragen aan initiatieven van deze gemeenschap. Dankzij uw vrijgevigheid hopen we dit verder te kunnen doen.